nootje
Ontdek de ontwikkeling zang middeleeuwen t/m 20e eeuw

Middeleeuwen (500-1500)

De Grieken maakten al muziek en van Plato wordt beweerd dat hij vooral van ritmiek hield. De troubadours verspreiden al zingend nieuws, op de markten traden acrobaten, dansers en zangers op, die het publiek vermaakten. In de katholieke kerken wordt het monofone Gregoriaans gezongen.

16e eeuw

Renaissance (1400-1600)

Zang in de kerk moest voor iedereen begrijpelijk en verstaanbaar zijn en door het kerkvolk kunnen worden meegezongen.

17e  eeuw

Barok (1600-1750) en Classicisme (1640-1720)

De zangkunst ontwikkelde zich als zing-spreken op toon. De begeleiding was een luit, cembalo of virginaal met een baslijn (basso continuo) gespeeld op een violino.
Er waren drie verschillende stijlen:

  1. recitativo: de vertellende stijl
  2. rappresentativo: de uitbeeldende stijl
  3. concitato: de opgewonden stijl (bijv. Monteverdi)

Over de de vroege opera en de ontwikkeling daarvan.

18e eeuw

Rococo (1730-1760)

Zang moest in die tijd vooral ontroerend en mooi zijn. Later werd zang steeds virtuozer doordat de castraten steeds meer op de voorgrond traden. Vrouwen mochten niet zingen in het openbaar en daarom werden de hoge zangpartijen aan mannenstemmen en jongensstemmen toebedeeld. Vanaf begin van de 17e tot aan het eind van de 18e eeuw beheersten de castraten alle operahuizen van Italië, Duitsland en Engeland.

19e eeuw

Romantiek (1790-1850)

Eind 18e eeuw stond steeds meer in het teken van de ‘gevoelsmens’. Motieven in de letterkunde waren: verlangen, eenzaamheid, Weltschmertz, heimwee, in de Duitse letterkunde de ‘Sturm und drang’ periode genoemd. Goethes jeudgwerk: Die leiden des jungen Werther is hiervan een voorbeeld.

Opera werd steeds meer voor het volk toegankelijk en de salon nodigde kunstenaars uit om op te treden. Heel belangrijk voor de zangkunst was dat de piano de huiskamer inkwam.

20e eeuw

Klassieke muziek uit de 20e eeuw heeft een wijde variatie. Als algemene overeenkomst van al deze verschillende genres is het toenemende gebruik van dissonantie in de compositie. Daarom wordt de 20e eeuw soms ook wel de dissonante periode genoemd.

Bronnen: Wikipedia – YouTube – diverse websites – Atlas van de zangkunst van Ank Reinders