Geschiedenis zang middeleeuwen (500-1500)
De oudste vormen van muziek maken was al bekend bij de Grieken. Van Plato wordt beweerd dat hij vooral van ritmiek hield. Troubadours en minstrelen trokken rond en verspreiden al zingend nieuws maar ook liefdesliederen. Op de markten traden acrobaten, dansers en zangers op, om het publiek te vermaken.
Voorbeeld van oude Nederlandse volksmuziek:
‘Ghespele in caent gheswighen niet.
Nu wilt mijn over zwaer verdriet
In trauwen helpen helen.
Doe ic lesten van u sciet,
Doe addi mi allein bespiet
Ende ic ghinc mettem spelen.
Ghespele wilt beraden mi
So dat mijn here behouden zi,
Bi wizen rade.
Ic wane in comme hem nemmer bi.
Wat salic doen? owach, owi,
Het es te spade!’
In de vroege middeleeuwen is de ontwikkeling van de klassieke muziek gebonden aan de ontwikkeling van de kerkmuziek. In de katholieke kerken wordt het monofone Gregoriaans gezongen dat een eigen notenschrift had, dat per land verschilde:
Vanaf 1000 wordt de meerstemmigheid en het contrapunt ontwikkeld. De gebruikte intervallen zijn kwarten, reine kwinten en octaven. Ook werd geleidelijk een systeem van ontwikkeld, waarbij uiteindelijk de noot op een balk met lijnen werd genoteerd.
Toonaangevende componisten uit die tijd waren:
Hildegard von Bingen (1098-1179)


Bekijk deze video op YouTube
Tussen 1200- en 1300 wordt het motet ontwikkeld. Iedere stem heeft een eigen tekst heeft. Wereldlijke en geestelijke teksten werden door elkaar heen gebruikt. In het motet zijn de verschillende stemmen melodisch en ritmisch onafhankelijk van elkaar. Meerstemmige koorcompositie op geestelijke, vrnl liturgische tekst. Hierbij werden verschillende teksten door elkaar gezongen, meestal met een gregoriaans motief in de tenor. De ontwikkeling van het motet vond een hoogtepunt in de Renaissance bij Josquin des Préz
Josquin Des Prez (1450-1521)


Bekijk deze video op YouTube


Bekijk deze video op YouTube
Philippe de Vitry (1291 – 1361)
Hij is bekend door zijn vernieuwing in de muzieknotatie – vooral op ritmisch gebied – en is samen met Guillaume de Machault de belangrijkste vertegenwoordiger van de Ars nova. De ars nova (Latijn voor ‘nieuwe kunst’) is een vorm van meerstemmige muziek uit de 14e eeuw waarbij de stemmen van de polyfonie in gelijk ritme voortschrijden.


Bekijk deze video op YouTube


Bekijk deze video op YouTube
De Bourgondische school – (ca. 1420-1460)
Kerkmuziek wordt in de vorm van een mis geschreven. Een van de belangrijkste melodieën die als cantus firmus werden gebruikt, was de beroemde l’Homme armé; het lied werd in de Westerse muziekgeschiedenis de meest gebruikte melodie als basis voor een misscompositie:
L’homme armé
Noten, liedtekst en vertaling
Guillaume Dufay (1397 -1474)


Bekijk deze video op YouTube
Jacobus Barbireau (1455-1491)


Bekijk deze video op YouTube
Componist uit de Nederlanden die de eerste reeks van Nederlandse polyfonisten in Italië vertegenwoordigd, tijdens de periode rond 1400 was Ciconia, hij schreef zowel geestelijke als wereldlijke muziek.


Bekijk deze video op YouTube


Bekijk deze video op YouTube
Meer bekende namen uit deze tijd zijn:
Alexander Agricola (1466-1506)


Bekijk deze video op YouTube
Johannes Ockeghem (1420-1497)


Bekijk deze video op YouTube
Jacob Obrecht (1457-1505)


Bekijk deze video op YouTube
Pierre de la Rue (ca. 1460-1518)


Bekijk deze video op YouTube
Bron: Diverse websites – Wikipedia – Atlas der zangkunst – Ank Reinders